maandag 24 augustus 2009

THE SMITHS

Gedurende de vijf jaar van hun bestaan, slagen The Smiths, in 1982 opgericht in Manchester, erin de meest populaire en besproken band van Engeland te worden, al reikt hun faam nauwelijks tot buiten de landsgrenzen. De combinatie van excentrieke leider Morrissey (auteur van een biografie van James Dean) met zeer talentvolle gitarist/componist Johnny Marr toont zich verruit de sterkste van het decennium. De narcistische en provocerende dandy Morrissey is een meester in 'dodelijke' opmerkingen (“Als Margaret Thatcher sterft, zal ik hoogstpersoonlijk de spijkers in haar grafkist slaan, om zeker te weten dat het echt zij is die in de kist ligt”), maar hij heeft duidelijk meer in zijn mars dan louter zijn “big mouth”. De vier albums van de groep, waarvan Meat Is Murder (1985) en The Queen Is Dead (1986) uitgroeien tot klassiekers, worden betoverd door zijn zachte aangename stem, soms arrogant dan weer smekend. Morrissey, met teksten die aan Oscar Wilde doen denken en zijn provocerende houding tegenover de media, weet als geen ander de Engelse ijdelheid en complexen aan de kaak te stellen, terwijl een goed gevoel voor melodie gewaarborgd blijft. Nummers als 'This Charming Man', 'Heaven Knows I'm Miserable Now', 'William, It Was Really Nothing' ou 'How Soon Is Now' vormen sprekende voorbeelden van de stijl van The Smiths en van de vrijheden die ze zich toestaan (Marr is een uitgesproken fan van Funk en Afrikaanse muziek). The Smiths zijn de ontbrekende schakel tussen de Punk en de Britpop, tussen The Kinks en Dusty Springfield. Toch blijkt de chemie tussen Marr en Morrissey na vijf jaar uitgewerkt en gaan ze in 1987 met ruzie uit elkaar. Voor bijna iedere Britse groep die na hen ontstaat, vormen de Smiths een inspiratiebron (Suède, Oasis...).

Sem Busser





Geen opmerkingen:

Een reactie posten